Saskia M. N. Oudshoorn
AUTEUR

OVER LEVEN EN SCHRIJVEN

50 Tinten

 

Met het uitkomen van de nieuwe 50 Shades film “Darker” barst het (social) media geweld rond de hype van de populaire boeken van E.L. James weer los. Nou ja, populair, bijna niemand zegt (of misschien durft te zeggen?) dat ze genoten hebben van de boeken of de film. Maar ondertussen breken de boeken en de films record na record. Inderdaad, het is geen hoogstaande literatuur, maar moet dat dan? Ik zou er een arm voor geven (bij nader inzien is dat nogal overdreven, ik weet uit ervaring dat het leven er dan niet prettiger en zeker niet makkelijker op wordt, maar bij wijze van spreken) om zo’n succesvolle reeks boeken als E.L. James (oftewel Erika Leonard) te kunnen schrijven. De meeste vrouwen zijn teleurgesteld in de acteurs die zo goed mogelijk vorm geven aan de hoofdpersonen uit de boeken - ze zien er op het grote filmdoek heel anders uit dan dat ze tijdens het lezen van het boek voor ogen hadden. Ik ben er één van. Mijnheer en mevrouw Grijs zijn heel anders dan ik in mijn hoofd had tijdens het lezen. Maar is dat juist niet het mooie van boeken lezen? En van schrijven? Je hebt je eigen beelden bij wat je leest, je kunt totaal opgaan in de wereld van mooie woorden en prachtige zinnen? Beelden die schrijvers proberen op te roepen of juist proberen de lezer die zelf te laten creëren (Show – don’t tell). Bedenken wat er wel, of misschien juist niet verteld wordt? Ik kan me slecht concentreren op een één-dimensionaal beeld van TV of bioscoop, eenrichtingverkeer qua communicatie - tenzij de serie heel briljant is of je in de bios door de overdaad aan geluid en beelden niet aan slapen toekomt - maar bij een spannend boek val ik niet in slaap. Hele andere gebieden in je hersenen worden bij lezen (en schrijven) aan het werk gezet.

Ik dwaal af. 50 Tinten Grijs. Tja, wat moet je ervan vinden? We weten allemaal dat een mijnheer Grijs zoals in de film niet bestaat. Hij is – absurd rijke en knappe man - als bij toverslag gebiologeerd door een onopvallende studente die letterlijk en figuurlijk zijn kantoor binnenvalt. Zijn miljardenbedrijf wel te verstaan. Terwijl deze 27-jarige (de gemiddelde leeftijd waarop een Nederlandse student net aan zijn eerste echte baan begint) de hele dag bezig is met het traumatische verleden te verwerken, achter zijn jongeheer aan te lopen, de aanstaande mevrouw Grijs te stalken, liefdadigheidswerk te doen en zijn te-mooi-om-waar-te-zijn-lichaam in top conditie te houden (alle handen omhoog - wie heeft er geen gymzaal inclusief bok in huis?), runt hij een uiterst succesvolle onderneming en staat hij meerdere keren per dag paraat om zijn kunsten ook op andere vlakken te kunnen vertonen. Terwijl hij met een vrouw één op één geen normaal gesprek kan voeren. Zijn vorige ‘sub’ ziet eruit of ze nog niet eens de legale leeftijd bereikt heeft om zelfs maar aan seks te dénken. Hij kan zijn eigen helikopter en vliegtuig besturen en zeilt weg op zijn boot die normaal gesproken minimaal door een compleet team van de Volvo Ocean Race bestuurd dient te worden. Die hij mee heeft helpen bouwen. Op.zijn.eigen.werf. 27 Jaar.

En die Red Room of Pleasure? Zucht. Wat moet ik daar nu van vinden? Lijkt me een beetje lastig om daar bijna iedere avond door te brengen terwijl je de volgende dag gewoon weer de hele tijd op je bureaustoel moet zitten. En vooral vermoeiend. Maar ja - als we alleen boeken zouden schrijven of films zouden maken over waarheidsgetrouwe gebeurtenissen, wordt de wereld er niet leuker op. Af toe moet je gewoon jezelf even lekker kunnen verliezen. Al doen de makers van deze films wel een heel groot beroep op mijn fantasie.

Het hielp ook niet mee dat ik vlak daarvoor een hilarisch stuk gelezen had van een journaliste die de opdracht had gekregen scènes uit de film met haar man na te spelen. Ze was bang dat de ijzeren ballen die ze moest dragen bij een kinderverjaardag uit haar slipje zouden vallen en over de grond gingen rollen. Seks onder de douche is vooral héél erg koud en ongemakkelijk - ze moesten om de beurt onder de straal opgewarmd worden en probeer maar eens een paar natte kledingstukken elegant uit te trekken (tip: katoen werkt het best). Bij het herhalen van de liftscène moesten ze een aantal keren met de lift op en neer voordat haar echtgenoot, bang om gearresteerd te worden, in het juiste volwassen gezelschap slechts in haar billen durfde te knijpen en daarbij ‘Whoop’ of iets dergelijks zei.

Toen Mr. Grey op het scherm in de slaapkamer met een ingewikkelde stang aan de slag ging, waarop het meer leek alsof hij zijn bovenlichaam ging trainen en ik aan mijn buurvrouw vroeg of ze ook nog zo’n uitschuifbare Ikea-douchestang thuis had, was enige vorm van opwinding voorgoed verloren. Met een ferme draai gooide hij Ana op haar buik en ik kon alleen maar denken dat ik na een dergelijke zwaai waarschijnlijk een week niet meer zou kunnen lopen van de rugpijn. Of een hernia.

En toen ze met de hele familie voor de TV zaten te kijken, smachtend naar nieuws over de crash met de helikopter waarbij Christian betrokken was, komt hij op z’n gemakje vrijwel onbeschadigd de lift uitstappen. Let wel, dit is een man van de hightech wereld en gadgets, maar een WhatsAppje dat hij in orde was had hij niet even kunnen sturen? 

Ik moest de hele tijd aan de seriemoordenaar die Jamie Dornan speelt in ‘The Fall’. Een rol die hem volgens mij veel meer ligt. “Other people’s pain give me pleasure”. In dat opzicht toch weer een overeenkomst met Mr. Grey.

Anyway, we hebben een paar jaar geleden een hele leuke zomervakantie met de boeken van de 50 Tinten serie. Gisteravond had ik, toen ik in de bioscoop zat, gekscherend op social media gezet dat mijn man “maar alvast wat leuks aan moet trekken”. Bij thuiskomst zat hij lekker in zijn joggingpak op de bank. Want moe en tot laat gewerkt. Ik vroeg of hij mijn boodschap niet gelezen had.

‘Dan had je even moeten bellen,’ kreeg ik als droog antwoord.

We zijn lekker gaan slapen, want morgen vroeg weer op. Zo gaan die dingen in het echte leven.

 

2016. Wat een jaar.

31 December 2016. Nu het einde van 2016 nadert, en voordat ik een vette streep onder dit bewogen jaar zet en met frisse zin moet het nieuwe jaar tegemoet treed, krijg ik toch ook de neiging nog even te reflecteren. Ik laat de toestand in de wereld aan anderen om te beschouwen, maar zoals mijn Engelse collega het treffend samenvatte, was dit jaar op globaal niveau met alles wat er de afgelopen tijd gebeurd is 'By far the most shitty year ever.'

2016 heeft me veel geleerd. Als mens, als werkneemster met een pittige nieuwe uitdaging, als Raadslid en als schrijfster. Het uitbrengen van mijn eerste boek heeft nog eens dik onderstreept dat ik het los moet laten om door iedereen leuk en aardig gevonden te willen worden. Het is een feit dat je nooit iedereen tevreden kan stellen, ook al doe je nog zo je best. Eén van de weinige pluspunten van het ouder worden: je kent jezelf onderhand aardig en je weet er meestal redelijk mee om te gaan. En gelukkig dat we niet allemaal hetzelfde zijn, dan zou het maar een saaie boel worden.

Mijn tweede manuscript, waar ik met de kennis die op opgedaan heb en zonder de zalige naiviteit die ik eerst had, veel langer over deed dan over boek één, heb ik dit najaar naar een aantal uitgevers gestuurd, en nu, na drie maanden moet ik van een paar nog steeds antwoord krijgen. Jammer, maar ik neem sowieso graag het heft in eigen handen en dat ga ik dan in 2017 dan gewoon weer doen.

Eén uitgever vroeg of ik graag wilde weten – indien ze het boek niet zouden uitgeven – wat de reden was want: ‘Niet iedereen vindt het leuk om kritiek te krijgen.’ ‘Natuurlijk,’ antwoordde ik toen nog enthousiast, ‘daar leer ik van.’ Inmiddels begrijp ik waarom niet iedereen even enthousiast was om van die persoon een antwoord te krijgen, want na een positieve opmerking over mijn schrijfstijl kreeg ik een aantal merkwaardige commentaren waarbij ik me nog steeds afvraag of het hele boek wel écht gelezen was. Helaas kun je dan weer nooit in discussie gaan, want ook daar is geen tijd of gelegenheid voor. Dat is een naar gevoel, je moet je biografie insturen, vertellen wie je bent, waarom je het verhaal opgestuurd hebt, waar het over gaat, kortom dat is best een heel gedoe. Je hebt je ziel en zaligheid en kostbare tijd in een nieuw boek gestoken en dan geen antwoord of een kort, standaard mailtje voelt als een ongelijkwaardige relatie met een vreemde. Een soort Tinder voor schrijvers waar je veel te snel de verkeerde kant op geswiped wordt. Gelukkig staat ‘opgeven’ niet hoog op mijn lijstje, maar niets menselijks is mij vreemd, dus even slikken en weer proberen te herpakken. Het plezier in schrijven moet wel voorop blijven staan.

In de zomervakantie heb ik een start met boek drie gemaakt maar daarna had ik helaas te weing tijd om flink meters te maken. Het is nogal druk met werkzaamheden die ervoor zorgen dat iedere maand de hypotheek betaald kan worden en voor het geld hoef je namelijk geen schrijver te worden. Enkele uitzonderingen daargelaten. Ook leg ik de lat steeds hoger en wil ik van dit boek een echte thriller maken (en ja, wat is de definitie van een ‘échte thriller eigenlijk…?), zonder afbreuk aan mijn eigen schrijfstijl te doen. Kortom, ook in 2017 ga ik me niet vervelen.

In september werd de nieuw bibliotheek geopend. Ik mocht, door mijn boek te overhandigen aan de Wethouder Cultuur, de openingshandeling mede verrichten. Hartstikke leuk, ik voelde me vereerd en he, natuurlijk een mooi persmomentje, dat kun je als beginnende schrijver altijd goed gebruiken. Nu moet ik even vertellen aan diegene die het boek nog niet gelezen hebben: de doelgroep waarvoor ik het geschreven heb, bestaat niet echt uit mannelijke Wethouders en aanverwante collega’s van zestig jaar en ouder. Of jonger. Als je snapt waar ik heen wil. Ik haast me altijd te zeggen dat het boek niet-autobiografisch is (mijn man identificeert zich graag met de mannelijke hoofdpersoon, maar helaas, ook die is ook geheel ontsponnen aan mijn fantasie) maar het is nu eenmaal zo dat ik de schrijfster ben en dat ik dus de verantwoordelijkheid voor de inhoud heb. Dat is het lastige van schrijven, je geeft je voor een gedeelte bloot en eenmaal gepubliceerd blijft dit tot in de eeuwigheid zo, en mensen gaan misschien wel op een andere manier naar je kijken. De wethouder nam het boek van me aan en verzekerde ‘dat hij het helemaal ging lezen en mij dan ging laten weten hoe hij het vond.’ Joepie. Er stonden nog twee wethouders bij ‘Ik geef het door aan hen en zij gaan het ook lezen.’ Geweldig zeg. Ik ben namelijk ook Raadslid (in de oppositie, ook dat nog) en dit zijn dus mijn collega’s.                                'Let it go,’ was een hit dit jaar en ik geloof dat dat mijn motto ook maar moet worden. Ik kreeg een paar weken later uitgebreid en enthousiast verslag van de wethouder en hij had het boek met veel plezier gelezen. Op zijn zachts gezegd was dat best wel een bijzonder moment. Bij het optreden van ons koor op Koningsdag op het plaatselijke podium (ja, ja, ook dat doe ik nog tussendoor) schonk zijn vrouw me haar breedste glimlach. Zij had het boek ook gelezen. Ik durfde er verder niet naar te vragen en eigenlijk wilde ik het ook niet weten. Mijn fantasie is al zo levendig.

Ik wens jullie alle goeds voor 2017. Dat jullie wensen en dromen, groot of klein, waar mogen worden.

Wees lief voor jezelf en voor elkaar. Love makes the world go round.

Liefs, Saskia

 

Over Linda de mol, schaamteloze zelfpromotie en hoe ik precies het tegenovergestelde bereikte

December 2016. De meesten van jullie die dit lezen zullen het inmiddels wel weten, maar ik heb dus een boek geschreven. Ik vind het nog steeds lastig om mezelf ‘auteur’ te noemen, maar goed, feit is dat ik ‘Buiten Spel’ de wereld in heb geslingerd en dat ik dat binnenkort met ‘Op eenzame hoogte’ ook ga doen.

‘Buiten Spel’ is uitgegeven door een Printing on Demand uitgever. Dat betekent dat je boek pas gedrukt wordt als iemand een bestelling plaatst, online of via de boekhandel. Helaas ligt je boek dus niet op voorraad in de boekhandel (gelukkig wel in de lokale boekhandel in mijn woonplaats Krimpen aan den IJssel) en word je geacht aan schaamteloze zelfpromotie te doen om je boek onder de aandacht te brengen. In een Calvinistisch land als het onze waar het niet altijd gewaardeerd als je je kop boven het maaiveld steekt en ik grootgebracht ben met het motto ‘niet lullen, maar poetsen’, is dat een lastige opgave. Nu heb ik het boek niet geschreven om rijk te worden (dat ben ik namelijk al want: leuke man, mooi gezin en een baan) of beroemd (lijkt me helemaal niks aan en bovendien heb ik al een keuken en een babykamer hoef ik niet meer), maar zoals een kok het leuk vindt als zijn gerechten gegeten worden en een winkelier het fijn vindt als hij dingen verkoopt, is het de ultieme beloning voor een schrijver als zijn of haar boek gelezen wordt. En hopelijk gewaardeerd wordt.

Ik schrijf omdat het voor mij een vorm van ontspanning is (nou ja - totdat je schrijfcoach een verhaallijn van 25.000 woorden schrapt dan) en omdat het gewoon onwijs leuk is om te doen. En omdat ik een boek schrijven van mijn bucket-list wilde schrappen.

Hier komt de aap uit de mouw, ik wil gewoon heel erg veel. Als ik heel eerlijk ben, dan weet ik ook waarom. Het leven vliegt voorbij, ik wil er zo veel mogelijk uithalen, misschien nog wel meer dan iemand anders. We hebben we allemaal één zekerheid in het leven en dat is dat we doodgaan. Ik dus ook. Maar in mijn familie huist een medogenloze sluipmoordenaar die geen onderscheid maakt tussen zijn slachtoffers en misschien ben ik de volgende wel. Of misschien ook niet. Langzaam aan verandert mijn bucket-list in een fuck-it list.

Anyway – ik dwaal af. In een goed boek komen de verhaallijntjes samen en hier dus ook.

Ik ben kontraktafwikkelaar geweest en ik ben nog steeds inkoper waar onderhandelen dagelijkse praktijk is en ik had de illussie om het contract met de PoD-uitgever eens flink te gaan herzien. Natuurlijk zou er een Hollywood film komen (even pauze om te lachen hier) en met het bestaande contract zoals het voor me lag, zou ik gelijk alle rechten inclusief mijn ziel verkopen. Je voelt hem misschien aankomen: Take it or leave it, dus handtekening eronder, strakke agenda met deadlines op de mail en slapeloze nachten want nu ging het echt gebeuren. Het boek werd gedrukt, het was een gelukzalig moment toen ik het in mijn handen had en onder familie, vrienden, bekenden en wat minder bekenden werden meer exemplaren verkocht dan ik ooit gedacht had. Maar om uit die ‘inner circle’ te komen, zonder posters in bushokjes, promotie in DWDD en de landelijke bladen etc. zonder ‘echte’ uitgever (lees: marketing manager) is dat nogal een uitdaging, Ik paste ervoor om zelf mijn boek in te kopen en te versturen om te promoten en daarmee het grootste deel van de inkomsten voor een ander te genereren.

Ik legde me min of meer neer bij het feit dat dit het was, totdat ik een mooi en indrukwekkend interview met Linda de Mol over de relatie met haar moeder die ook leidt aan Alzheimer, in het Algemeen Dagblad las. Ik besloot spontaan dat ik een gedeelte van de opbrengst van ‘Buiten Spel’ naar de Alzheimer Stichting ging overmaken en dat wilde ik Linda laten weten. Dus mijn eigen boek ingekocht, verstuurd, over mijn eigen schaduw heen gestapt en een mooie brief erbij (en natuurlijk, ik geef het toe - zag ik al voor me hoe Linda mijn boek geweldig vond, ging verfilmen - misschien kon ze zelf wel een leuk rolletje spelen - over die filmrechten werden we het vast wel eens) en duimen maar. Je raadt het al: nooit meer iets gehoord en misschien is mijn boek in de papierversnipperaar of de oud-papier bak aan een roemloos einde gekomen.

Het enige dat ik ermee bereikte, is dat mijn moeder over mijn actie las in de plaatselijke krant en in een moment van onverwachte helderheid begreep dat het misschien wel iets met haar te maken had, en schrok. Wat niet bespreekbaar was, stond ineens zwart op wit. Mijn lieve dementerende moeder, die langzaamaan de grip op de wereld om zich heen verliest, verdrietig maken is het allerlaatste wat ik wil.

 

KORTE VERHALEN-WEDSTRIJD

Jaren geleden heb ik meegedaan met een korte verhalen-wedstrijd van het tijdschrift 'Margriet'. Met mijn verhaal heb ik de tweede prijs gewonnen. Een gesigneerd exemplaar van 'Zilveren Bruiloft" van Maeve Binchy plus een prachtige pennenset was mijn beloning. Een geweldige stimulans maar toch heeft het nog een hele tijd geduurd voordat ik aan het schrijven van een boek begon.

 

HET EERSTE 'ECHTE' BOEK

Eind november 2015 is mijn eerste boek "Buiten Spel" uitgegeven door Boekscout BV. Ik had het manuscript naar een aantal uitgeverijen gestuurd, maar vaak krijg je helemaal geen antwoord of gewoon heel laat. Enorm frusterend als je zo hard gewerkt heb, met veel moeite je 'kindje' loslaat en er een enorme radiostilte volgt. Een uitgever presteerde het om ruim 6 maanden later een reactie te geven, toen lag het boek al een tijdje in de schappen. Helaas is geduld niet een van mijn beste eigenschappen dus al snel heb ik besloten om het zelf uit te geven via Boekscout. Een heel spannend traject en geweldig om uiteindelijk je eigen boek in je handen te hebben!

 

"Buiten Spel" is geen voetbalboek, anders had het wel "Buitenspel" geheten. Ik vind het leuk om de titel van een boek een dubbele betekenis mee te geven. In dit geval is een van de hoofdrolspelers een voetballer, maar het verwijst ook naar de uitdrukking 'buiten spel gezet worden'. Een aantal hoofdstukken wordt uit het perspectief van de man geschreven. Of ik daarin geslaagd ben, mogen mijn mannelijke lezers beoordelen, maar tot nu toe zijn ook hun reacties gelukkig positief!

Mijn boeken zijn een beetje lastig in een hokje te plaatsen. Dat komt goed uit, want daar hou ik zelf ook niet zo van. Gevoelens en ervaringen waar we allemaal in ons leven mee te maken hebben, worden verweven in een spannend verhaal. Ik vind het door mijzelf verzonnen genre 'feelgood thriller' de lading wel aardig dekken. 

Zonder belerend te willen zijn, hoop ik toch dat ik een positief gevoel bij mijn lezer kan achterlaten en voor een paar uurtjes ontspanning in deze hectische wereld kan zorgen. Ik heb vaak gehoord dat 'Buiten Spel' een echte pageturner is en dat vind ik een mooi compliment.

Mijn nieuw te verschijnen boek heet "Op eenzame hoogte". In het tabblad 'Op Eenzame Hoogte' staat een korte samenvatting waar het boek over gaat. 

 

SCHRIJFCOACHING

Voor mijn tweede boek heb ik een schrijfcoachingstraject bij Simone van der Vlugt gevolgd. Ik heb haar ontmoet bij de opening van de de Tentoonstelling 'Blauw' waar zij uitgenodigd was om de tentoonstelling te openen naar aanleiding van haar historische roman 'Nachtblauw'. Ik had een heel leuk gesprek met Simone en heb haar een exemplaar van mijn boek cadeau gedaan. Een week later ontving ik een alleraardigste email waarin ze vertelde dat ze mijn boek gelezen had en vond dat ik talent had! Wat een geweldig compliment van deze succesvolle schrijftster! Ze bood me aan om dit te helpen ontwikkelen en dat heb ik natuurlijk van harte geaccepteerd. Ik heb veel geleerd van haar en ik hoop dat dat in mijn boeken terug te vinden is. Op dit moment ben ik op zoek naar een uitgever die me kan ondersteunen met het uitgeven, de promotie en de verkoop. Voor een beginnend auteur is het lastig om uit de 'inner circle' te komen en daar bewijst zich de toegevoegde waarde van een (grotere) uitgever. 

 

EN NU?

Dit najaar begin ik aan het derde deel in de Foodtruck-serie en gonzen er weer nieuwe verhalen door mijn hoofd. Wordt vervolgd!

 

Schrijven is zó ontzettend leuk om te doen en de mensen waarmee je in het hele proces rondom creatie en publicatie te maken krijgt en de ervaringen en kennis die je opdoet, zijn een verrijking van mijn leven. Ik ben een dankbaar en tevreden mens. Meestal dan.